De zin en onzin over vaccineren en titeren

De zin en onzin over vaccineren en titeren

De zin en onzin over vaccineren en titeren
Titertest bij 6 weken oude pups

Na wonden, vergiftigingen, parasieten, onderkoeling en maagtorsies doen we in deze blog eens iets anders. Geen EHBO, maar wel iets anders dat van levensbelang is voor je hond. Vaccinaties, we weten allemaal dat ze bestaan en we laten ze regelmatig herhalen, maar is dat wel altijd nodig? Daar komt titeren om de hoek kijken, een techniek die nog niet zo heel erg lang wordt toegepast in de ‘gewone’ dierenkliniek, maar wel razendsnel aan het groeien is. Maar wat is het nou precies en waarom ga je over op titeren of blijf je vaccineren?

Achtergrondinformatie

Een vaccinatie is eigenlijk niets anders dan het inspuiten van een klein beetje van de ziekteverwekker, zoals bijvoorbeeld een virus of een bacterie met als gevolg een reactie van het immuunsysteem. Vaccins worden zo gemaakt dat de ziekteverwekker dood of ernstig verzwakt is, zodat ze niet gevaarlijk zijn voor je hond. Wat deze dode of verzwakte ziekteverwekkers in het vaccin wél doen, is het immuunsysteem activeren, zodat je hond weerstand opbouwt tegen de ziekteverwekker.

Het opbouwen van weerstand, of immuniteit, gebeurt op twee manieren. Allereerst gaat het lichaam antistoffen aanmaken, die de ziekteverwekker direct aanvallen om zo verspreiding door het lichaam te voorkomen. Dat noemen we humorale immuniteit. Daarnaast bouwt het lichaam ook cellulaire immuniteit op, dat betekent dat er een soort ‘herinneringscellen’ worden aangemaakt die door middel van een herkenningsmechanisme de ziekteverwekker kunnen aanvallen als deze opnieuw binnenkomt.

De cellulaire immuniteit kunnen we niet meten. De humorale afweer daarentegen, of in ieder geval de concentratie afweerstoffen in het bloed, kunnen we meten. Vroeger kon dit alleen via een bloedtest in gespecialiseerde laboratoria, maar inmiddels kan dat ook via een sneltest in de dierenartsenpraktijken. Hiermee kunnen we kijken of de hond goed beschermd is door de toegediende vaccinaties of dat er misschien een vaccinatieschema op maat nodig is.

Vaccineren

Er zijn verschillende vaccinaties voor honden op de markt, maar de kernziekten zitten allemaal in de ‘grote cocktail’. De grote cocktail bevat hondenziekte (ook wel Distemper of ziekte van Carré), besmettelijke leverziekte (hepatitis contagiosum canis, HCC) en parvovirus. Daarnaast zijn er nog een paar andere vaccinaties die vaak worden toegepast, zoals de kleine cocktail. De kleine cocktail is de ziekte van Weil (leptospirose), vaak gecombineerd met kennelhoest (para-influenza of Bordetella). Kennelhoest wordt vaak verplicht gesteld in situaties waar veel verschillende honden bij elkaar komen, zoals shows, wedstrijden of pensions. In het buitenland zijn mogelijk andere vaccinaties verplicht, zoals rabiës (hondsdolheid).

De werkingsduur van de vaccinaties is verschillend, maar de meest gebruikte vaccinatie tegen de kernziekten in Nederland heeft een beschermingsduur van ongeveer 3 jaar. De beschermingsduur van een vaccin is onder andere afhankelijk van de soort ziekteverwekker en de mate waarin ze ziekteverwekker is verzwakt. Vaccins tegen bacteriën (bijvoorbeeld de ziekte van Weil) hebben vaak een minder lange werkingsduur dan vaccins tegen virussen (bijvoorbeeld parvo) en vaccins met een levend verzwakte ziekteverwekker beschermen beter dan vaccins met een dode ziekteverwekker. Dit betekent dat een aantal vaccinaties (jaarlijks) herhaald zal moet worden om voldoende bescherming te kunnen bieden.

Titeren

Titeren
Hunter wacht op zijn titeruitslag

Overschakelen op titeren in plaats van jaarlijks vaccineren kan om verschillende redenen. Bijvoorbeeld omdat je hond niet goed reageert op vaccinaties, al wat ouder is of last heeft van allergieën of huidproblemen. Met titeren bepalen we wat de antilichaamconcentratie, ook wel titer, is in het bloed van de hond. Met behulp van deze uitslag kunnen we bekijken of de hond nog voldoende beschermd is tegen de kernziekten in de vaccinatie. Dit kan per component verschillen, het hoeft niet zo te zijn dat met een vaccinatie de hond evenveel beschermd is tegen alle drie de virussen die in het vaccin zitten. Voor een aantal soorten vaccinaties, zoals vaccins met een bacteriële component, is het niet mogelijk om de titers te checken, een daarvan is het vaccin tegen de ziekte van Weil.

Na het vaccineren met de grote cocktail is het pas na 3 jaar nodig om opnieuw een titerbepaling uit te voeren. Zijn de titers op dat moment hoog genoeg? Dan kun je daarna afhankelijk van de hoogte van de uitslag 1 of 3 jaar later een volgende bepaling laten doen om te zien hoe de status van de antilichamen is. Pas wanneer de uitslag van de titerbepaling negatief is hoeft de hond opnieuw geënt te worden. Zijn de titers (van een van de componenten) 3 jaar na de enting al op een laag niveau? Dan kun je de hond direct (bij) laten enten. De uitslagen van het titeren worden op steeds meer plaatsen in Nederland, zoals pensions en shows, geaccepteerd als volledig vaccinatiebewijs.

vaccinatiebewijs
Vaccicheck en nieuwe paspoortjes voor een nestje pups

Moment van eerste enting bepalen

Voor een test is maar een klein beetje bloed nodig en een volledige titerbepaling kan dus zelfs al gemakkelijk gedaan worden bij pups. In dat geval wordt er gekeken of de maternale immuniteit, die de pups krijgen via de biest nog bescherming geeft op het moment van vaccinatie. Wanneer de eerste enting gedaan wordt op het moment dat de pup nog beschermd is en er dus al een lage antilichaamconcentratie in het bloed zit, is de kans groot dat de gewenste reactie van het immuunsysteem niet plaatsvindt. Dit betekent dat, wanneer de maternale immuniteit uitgewerkt is, de pup dus niet beschermd is tot deze een jaar later opnieuw wordt geënt.

Onze voedingsdeskundige Marijke heeft ook haar nest Staffordshire Bull Terriers op leeftijd van 6 weken laten titeren. De pup die bij haar thuis is blijven wonen was pas op een leeftijd van 10 weken klaar om gevaccineerd te worden, terwijl hij op deze leeftijd normaliter al de tweede enting achter de rug zou hebben.

Sommige fokkers beginnen het entschema op een leeftijd van 6 weken en zullen het nest op deze leeftijd laten enten of laten titeren. De nieuwe eigenaar vervolgt dan het entschema, of laat de pup een aantal weken laten opnieuw titeren. Andere fokkers laten de eigenaar op een leeftijd van 9 weken beginnen met enten danwel titeren. Het is als nieuwe eigenaar dus van belang om goed overleg te plegen met de fokker en de dierenarts, om een plan van aanpak te bedenken.

Enten is ontzettend belangrijk om de populatie honden in ons land te beschermen, maar het bepalen van het moment van enten ligt ten grondslag aan de correcte uitvoering. Is je pup wel volgens het standaard schema gevaccineerd, dan kun je in de toekomst alsnog besluiten gebruik te maken van titerbepalingen. Niet iedere praktijk heeft mogelijkheden of voldoende kennis, dus je kunt kijken op https://www.vaccicheck.nl om een dierenarts in jouw regio te vinden.

Laat een opmerking achter

Opmerkingen worden eerst nagekeken voor ze worden geplaatst